-
1 video
adj. video-; van de televisie--------n. video (een opname en uitzendapparaat van een videocassette naar een televisie toestel), videotapevideo1[ viddie▪oo] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————video2〈 werkwoord〉 -
2 video-record
-
3 magnétoscoper
-
4 videotape
n. videotape, videoband (een film die is opgenomen op een videotape)--------v. opnemen op een video tape (iets filmen met een videocamera))videotape
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский